|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- 2 tot 6 bleekgele/roomwitte hoofdjes in een eindelingse bloeiwijze
- omhuld door grote, driehoekig/eironde, bleek geelgroene schutbladeren, die ver voorbij de hoofdjes steken
|
Algemeen
Moesdistel is een hoge tot zeer hoge, slanke plant, die voorkomt op natte, voedselrijke grond aan waterkanten, hooilanden en in lichte moerasbossen. Bij ontwatering verdwijnt moesdistel.
Ze is zeldzaam in Zuid-Limburg en Noord-Brabant, zeer zeldzaam in het rivierengebied, Zeeland, Gelderland (behalve de Achterhoek) en de kustgebieden, elders (nagenoeg) ontbrekend.
|
Bloem
De als distelbloemen herkenbare bleekgele tot roomwitte hoofdjes staan met 2 tot 6 bij elkaar aan het einde van de hoofd- en zijstengels. Ze bestaan uitsluitend uit buisbloemen (geen straalbloemen). De hoofdjes worden gezamenlijk omhuld door een schotelvormig omwindsel van een aantal lange, driehoekig tot eironde, bleek geelgroene schutbladen. Deze schutbladen steken ver voorbij de hoofdjes en zijn het meest stekelig aan de plant.
De ruimte tussen de hoofdjes en de schutbladen wordt door sommige insekten gebruikt als schuilplaats of om te slapen. Vooral voor hommels en bijen is moesdistel een aantrekkelijke plant. Verder is moesdistel een waardplant voor de distelvlinder.
Blad en stengel
Alle stengelbladeren zijn slap en hebben weinig, niet scherpe stekels. De bovenste bladeren zijn ongedeeld en (half) stengelomvattend, de lagere zijn veerspletig tot ongedeeld en ook stengelomvattend. De wortelbladeren zijn langwerpig, naar de voet versmald en ze kunnen tot wel een halve meter lang worden.
De bladeren staan wijd uit elkaar langs de stengel. De stengel is stevig, rechtopstaand, vrijwel onvertakt, rolrond en gegroefd.
Vergelijkbare soorten
Moesdistel is niet te verwarren met andere planten. Ze kan wel kruisen met aarddistel of met kale jonker. En ook die kruisingen zijn weer heel herkenbaar omdat de hoofdjes roze of vleeskleurig gekleurd zijn (mengsel van het bleekgeel/romig witte van moesdistel en het paarse van de andere distels).
|
|
Algemeen
- composietenfamilie (Asteraceae)
- overblijvend
- zeldzaam tot ontbrekend
- 60 tot 150 cm
-
verspreiding
Bloem
- bleekgeel tot romig wit
- vanaf juni t/m september
- hoofdje
- alleen buisbloemen
- 2,5 tot 4 cm
Blad
- verspreid
- enkelvoudig
- veervorming ingesneden of niet
- top spits
- rand dubbel getand
- voet stengelomvattend of niet
- veernervig
Stengel
- rechtop
- glad kaal of minimaal behaard
- rolrond
- hol
- gegroefd |
Bewerkte botanische illustratie van moesdistel (Cirsium oleraceum).
|
|