Hoe kun je ganzerik soorten van elkaar onderscheiden?
Je kijkt naar de volgende kenmerken en wel in deze volgorde :
bladvorm - kleur kroonbladen - aantal kroonbladen - stengel - plaats bloeiwijze - onderkant blad - samenstelling blad - lengte kroonbladen.
Beantwoord de vragen van boven naar beneden. Bij "nee" ga je door naar de volgende vraag van hetzelfde niveau.
In het onderste gedeelte staan de kenmerken per soort, ter bevestiging.
|
• veervormig blad?
- onderkant zilverwit ? ................................................................................................................
- anders (onderkant niet zilverwit) .....................................................................................................
• bloemkleur wit ? ............................................................................................................................
• alle of de meeste bloemen 4-tallig?
- kruipende, wortelende stengel ? ..........................................................................................
- anders (liggende of boogvormig opstijgende, niet wortelende stengel) ............................................
• liggende en op de knopen wortelende stengel?
- alle bladeren 3-tallig ? .............................................................................................................
- anders (alle bladeren 5-tallig (soms deels 7-tallig)) ..........................................................................
• niet-eindelingse bloeiwijze? .......................................................................................................
• onderkant blad wit viltig? ...........................................................................................................
• alle bladeren 3-tallig (soms onderste 5-tallig geveerd) ? ...............................................................
• onderste bladeren 5-7 tallig (zelden enkele 3-tallig)?
- kroonbladen 8 -12 mm ? .......................................................................................................
- anders (kroonbladen 3 - 6 mm) ......................................................................................................
|
zilverschoon
liggende ganzerik
aardbeiganzerik
kruipganzerik
tormentil
schijnaardbei
vijfvingerkruid
voorjaarsganzerik
viltganzerik
Noorse ganzerik
rechte ganzerik
middelste ganzerik
|
In het volgende deel staan de hierboven genoemde soorten op alfabetische volgorde met aanvullende kenmerken.
|
- aardbeiganzerik (Potentilla sterilis)
- plaatselijk vrij algemeen tot ontbrekend
- wit
- hoogte 5 tot 15 cm
- doorsnede van de bloem 1 tot 1,5 cm
- 5 uitgeschulpte kroonbladen
- kroonbladen net zo lang of iets langer dan de kelkbladen
- kroonbladen raken elkaar niet
- 3-tallige bladeren, wit gewimperd, onderkant grijsviltig
- kruipende stengels, bovengrondse uitlopers vormend
- kruipganzerik (Potentilla anglica)
- plaatselijk algemeen tot zeldzaam
- geel
- hoogte 10 tot 20 cm
- doorsnede van de bloem 1 tot 1,5 cm
- meestal 4 kroonbladen, dubbel zo lang als de kelkbladen
- soms 5 kroonbladen
- wortelbladeren meestal 5-tallig
- stengelbladeren 3-tallig
- kruipende, op de knopen wortelende stengels
- liggende ganzerik (Potentilla supina)
- vrij tot zeer zeldzaam
- lichtgeel
- hoogte 5 tot 45 cm
- doorsnede van de bloem 0,5 tot 1 cm
- 5 kroonbladen, korter dan of even lang als de kelkbladen
- kroonbladen raken elkaar niet
- bloemstelen na de bloei naar beneden gebogen
- geveerd bladeren, onderkant groen
- liggende, niet wortelende, afstaand behaarde stengels
- middelste ganzerik (Potentilla intermedia)
- vrij zeldzaam
- geel
- hoogte 20 tot 50 cm
- doorsnede van de bloem 0,5 tot 1 cm
- tamelijk rijkbloemig eindelingse bloeiwijze
- 5 kroonbladen, even lang of iets langer dan de kelkbladen
- kroonbladen raken elkaar niet
- bladeren 5-tallig, sommige 3-tallig en onderste soms 7-tallig
- rechtopstaande, zacht behaarde stengels
- Noorse ganzerik (Potentilla norvegica)
- vrij tot zeer zeldzaam
- lichtgeel
- hoogte 15 tot 50 cm
- doorsnede van de bloem 1 tot 1,5 cm
- 5 kroonbladen, korter of even lang als de kelkbladen
- kroonbladen raken elkaar niet
- kelk en bijkelk in de vruchttijd sterk vergroot
- bladeren 3-tallig, zelden aan de voet 5-tallig
- ruw behaard, rechtopstaande stengels
- rechte ganzerik (Potentilla recta)
- vrij zeldzaam
- bleekgeel (soms lichtgeel)
- hoogte 30tot 70 cm
- doorsnede van de bloem 1,5 tot 2,5 cm
- 5 kroonbladen langer dan de kelkbladen
- lang behaarde bladeren, 5- of 7-tallig
- rechtopstaande, dicht behaarde, bovenaan vertakte stengels
|
- schijnaardbei (Potentilla indica)
- vrij zeldzaam
- geel
- hoogte 5 tot 15 cm
- doorsnede van de bloem tot 1 cm
- 5 kroonbladen, die elkaar niet raken
- 3- tot 5-tandige bijkelkbladen, die sterk uitgroeien
- alle bladeren 3-tallig
- liggende, behaarde, wortelende stengels
- tormentil (Potentilla erecta)
- algemeen tot ontbrekend
- lichter geel
- hoogte 15 tot 50 cm
-doorsnede van de bloem 0,5 tot 1 cm
- 4 kroonbladen, zelden 5, meestal iets langer dan de kelkbladen
- bladeren 3-tallig, zelden 4- of 5-tallig
- liggende tot boogvormig opstijgende, niet wortelende stengels
- vijfvingerkruid (Potentilla reptans)
- zeer algemeen tot vrij zeldzaam
- geel
- hoogte 10 tot 20 cm
- doorsnede van de bloem 1 tot 2,5 cm
- 5 hartvormige kroonbladen, zelden 4, langer dan de kelkbladen
- bladeren 5- of 7-tallig
- wortelende, vaak roodachtige, liggende stengels
- viltganzerik (Potentilla argentea)
- vrij algemeen tot zeer zeldzaam
- geel
- hoogte 15 tot 30 cm
- eindelingse bloeiwijze en in de bladoksels
- doorsnede van de bloem 1 tot 1,5 cm
- 5 kroonbladen, langer dan de kelkbladen
- kroonbladen raken elkaar niet
- bladeren meestal 5-tallig
- onderkant bladeren wit viltig
- opstijgende stengels, bij betreding liggend
- voorjaarsganzerik (Potentilla tabernaemontani)
- plaatselijk vrij algemeen tot zeer zeldzaam
- geel
- hoogte 5 tot 15 cm
- vertakte, armbloemige, niet eindelingse bloeiwijze
- doorsnede van de bloem 1 tot 2 cm
- 5 kroonbladen, langer dan de kelkbladen
- kroonbladen raken elkaar niet
- rozetbladeren 5-tallig
- weinig tot geen stengelbladeren
- niet wortelende, afstaand behaarde stengels
- zilverschoon (Potentilla anserina)
- zeer algemeen
- goudgeel
- hoogte 5 tot 30 cm
- doorsnede van de bloem 1,5 tot 3 cm
- 5 kroonbladen, dubbel zo lang als kelkbladen
- geveerde bladeren, onderkant zilverwit
- behaarde, kruipende, vaak roodachtig, wortelende stengels
|
|
liggende ganzerik
0,5 - 1 cm
rechte ganzerik
1 - 1,5 cm
schijnaardbei
1 - 1,5 cm
vijfvingerkruid
1 - 2,5 cm
viltganzerik
1 - 1,5 cm
zilverschoon
1,5 - 3 cm
|