Goed te herkennen aan
het rozet van lange, smalle bladeren met duidelijk zichtbare parallel lopende nerven én
de bloeiwijzen aan het einde van de stengel met uitstekende (room)witte meeldraden.

Bloeiperiode vanaf mei tot de herfst.
Zeer algemeen.
Hoogte 5 tot 45 cm.
Lengte van het hoofdje 15 tot 25 mm.

Elk van de gegroefde, zacht behaarde stengels draagt slechts één donkere, veelbloemige aar.

De bloemetjes van smalle weegbree staan in een korte, eironde tot langwerpige donkere aar op een duidelijk gegroefde stengel.

De vorm en grootte van de aar is afhankelijk van de kwaliteit van de grond. Korter en boller betekent minder voedselrijke omstandigheden.

De bladeren staan in een wortelstandige rozet, zijn lancetvormig (zelden breder), zacht behaard en voorzien van 3 tot 7 duidelijk zichtbare parallel lopende nerven.

In voedselrijke omstandigheden staan de bladeren rechtop. Zijn de omstandigheden minder gunstig dan blijft de hele plant kleiner en liggen de bladeren op de grond.

Elk bloemetje in de aar heeft vier (room)witte meeldraden, die ver buiten de bloem steken.

Vergelijkbare soorten

smalle weegbree :
heeft korte, eironde of cilindrische aren en lancetvormige bladeren.

grote weegbree :
heeft lange, smalle aren en ronde tot eironde, (3-)5-9 nervige, plotseling in een vrije lange steel versmallende bladeren met gave rand.

getande weegbree :
heeft lange, smalle aren en eironde tot lijn-spatelvormige, 3-5(-7) nervige, geleidelijk in de steel versmallende bladeren met golvend of getande rand.

ruige weegbree :
heeft lichtpaars getinte aren en elliptisch tot eironde (soms smaller), 7-9 nervige, vrij dicht behaarde bladeren.

hertshoornweegbree :
heeft cilindrische aren en (dubbel) veerspletige bladeren.

zeeweegbree :
heeft cilindrische aren en vlezige, lijnvormige, 3-5 nervige bladeren.

zandweegbree :
heeft lijnvormige bladeren langs de stengel, geen rozet.