Delen kan via je browser. Dank daarvoor !

Moederkruid
Tanacetum parthenium

Goed te herkennen aan
de margrietachtige bloemhoofdjes, ongeveer zo groot als een madeliefje én de geveerde, vaak geelgroene, tere bladeren.



Bloeiperiode vanaf juni t/m september.
Algemeen.
Hoogte 30 tot 60 cm .
Doorsnede bloem 1,5 tot 2,5 cm.



Moederkruid wordt 30 tot 60 cm hoog.



De op margrieten lijkende bloemhoofdjes van 1,5 tot 2,5 cm (ongeveer zo groot als of iets groter dan een madeliefje) hebben een geel hart van buisbloemen met aan de rand daarvan witte straalbloemen.



Moederkruid groeit op open, vochtige, omgewerkte grond, vooral nabij bebouwing, ook op muren en komt algemeen voor, vooral in de stedelijke gebieden. De bloemenhoofdjes staan in losse trossen.



De tere, vaak geelgroene bladeren zijn veervormig ingesneden.



Moederkruid wordt ook gekweekt als sierplant, dan vaak met gevulde bloemen (meerdere rijen straalbloemen).


Vergelijkbare soorten
Moederkruid heeft veel weg van de kamillesoorten. Ze is daarvan het makkelijkst te onderscheiden door haar bladeren. De bladeren van de kamillesoorten zijn fijn verdeeld en hebben smalle, lijnvormige slippen. Het blad van moederkruid is in omtrek driehoekig tot eirond en veervormig met gelobde slippen. Daarnaast zijn de witte straalbloemen van moederkruid omgekeerd eirond; die van kamille langwerpig.





Bewerkte botanische illustratie van
moederkruid (Tanacetum parthenium).
Het origineel is van F.E. Köhler; Medizinal Pflanzen, vol. 3: t. 56 (1890).



Delen kan via je browser. Dank daarvoor !