Goed te herkennen aan
de goudgele bloemhoofdjes met zeer veel smalle straalbloemen én de vroege bloei met alleen bloemhoofdjes, geen blad.

Bloeiperiode vanaf februari t/m april (mei).
Zeer algemeen.
Hoogte tot 30 cm.
Doorsnede van de bloem tot 2 tot 3 cm.

Klein hoefblad is een echte pionierplant en groeit vooral op zonnige, vrij open plaatsen met omgewerkte, zeer voedselrijke, meestal kalkhoudende grond, waar nog weinig andere begroeiing is.

Als een van de eerste bloeiers in het voorjaar wordt klein hoefblad op zonnige dagen druk bezocht door insecten.

De bloemhoofdjes staan rechtop, later knikkend.

Tijdens de bloei staan er groen of bruin- tot roodachtige schubvormige blaadjes verspreid langs de bloemstelen.

De zaadjes dragen een krans van lange haren en worden daarmee door de wind verspreid.

Na de bloei verschijnen de (ei)ronde tot hartvormige, onregelmatig getande, wortelstandige, groene bladeren.

Vergelijkbare soorten
In Nederland komen 4 soorten hoefblad voor, die alle vier goed uit elkaar te houden zijn, zeker als je ze gezien hebt.
Klein hoefblad is laag en heeft gele bloemen. Groot hoefblad heeft een kegelvormige, bleekroze bloeiwijze. Wit hoefblad en Japans hoefblad lijken het meest op elkaar. Ze zijn het makkelijkst van elkaar te onderscheiden aan de hand van de schutbladen aan de bloeistengel; bij Japans hoefblad zijn die bladen duidelijk langer dan de bloeiwijze, bij wit hoefblad zijn ze korter.