Goed te herkennen aan
de bolvormige bloeiwijze met witachtig, geelgroene hoofdjes én de puntige lichtgroene schutbladen.

Bloeiperiode maart en april.
Aangeplant in parkbossen.
Hoogte 5 tot 20 cm.
Doorsnede van de bloemhoofdje 8 tot 10 mm.

De bolvormige bloeiwijze is een tros die bestaat uit gesteelde, witachtig, geelgroene hoofdjes.
Later groeien de hoofdjes wat uit en wordt de bloeiwijze losser.

De hoofdjes bestaan uitsluitend uit buisbloemen.

Japans hoefblad is een overblijvende, woekerende plant, die groeit op vochtige tot natte, voedselrijke grond aan waterkanten.

De bloeistengel wordt tot 20 cm hoog en 2 tot 4 cm breed. De schutbladen zijn duidelijk groter dan de bloeiwijze.

Vergelijkbare soorten
In Nederland komen 4 soorten hoefblad voor, die alle vier goed uit elkaar te houden zijn, zeker als je ze gezien hebt.
Klein hoefblad is laag en heeft gele bloemen. Groot hoefblad heeft een kegelvormige, bleekroze bloeiwijze. Japans en wit hoefblad lijken het meest op elkaar. Ze zijn het makkelijkst van elkaar te onderscheiden aan de hand van de schutbladen aan de bloeistengel; bij Japans hoefblad zijn die bladen duidelijk langer dan de bloeiwijze, bij wit hoefblad zijn ze korter.