-
Delen kan via je browser. Dank daarvoor !
Hopklaver
Medicago lupulina
Goed te herkennen aan
de helder gele bloemhoofdjes met vlinderbloemen, die na de bloei afvallen én de vruchthoofdjes met niervormige vruchtjes, die van groen naar zwart verkleuren én het driedelige klaverblad, waarvan de deelblaadjes een spitsje hebben.

Bloeiperiode vanaf april tot in de herfst.
Zeer algemeen.
Hoogte tot 7 tot 50 cm.
Doorsnede van het hoofdje 4 tot 8 mm.

Hopklaver groeit op vochtige tot droge, voedselrijke grond, zoals in graslanden.

De bloemhoofdjes staan op een lange steel in de bladoksels. Ze zijn eerst rond, later eirond.

De verspreid staande bladeren bestaan uit 3 deelblaadjes, die omgekeerd eirond, behaard en boven het midden het breedst zijn.

Na het afvallen van de bloemetjes worden de groene vruchtjes zichtbaar. Bij rijpheid kleuren ze zwart.

De bloemhoofdjes bestaan uit 10 tot 50 vlinderbloemen, meestal zijn het er 30 tot 40.
Vergelijkbare soorten
hopklaver :
10-50 bloemig helder geel hoofdje, niervormige groene (later zwarte) vruchtjes, afvallende bloemen, vierkantige stengel.
liggende klaver :
20-40 bloemig citroen- tot goudgeel hoofdje, waarvan de bloemen een duidelijk geplooide, brede vlag hebben, niet afvallen, kleurloos tot lichtbruin verkleuren, ronde stengel.
kleine klaver :
3-15(-25) bloemig geel hoofdje, waarvan de bloemen na de bloei verkleuren naar geelbruin, niet afvallen maar gaan hangen, ronde stengel.
Bewerkte botanische illustratie van
hopklaver (Medicago lupulina).
Het origineel staat in de English Botany, or Coloured Figures of British Plants, ed. 3 [B] [J.E. Sowerby et al], vol. 3: t. 337 (1864).
Delen kan via je browser. Dank daarvoor !