Goed te herkennen aan
de paardenbloem-achtige bloemhoofdjes, waarvan de onderste omwindselblaadjes uitstaan én de ruw behaarde, veerdelige, onderste bladeren.

Bloeiperiode vanaf mei t/m augustus.
Vrij algemeen tot zeer zeldzaam.
Hoogte 40 tot 120 cm.
Doorsnede van de bloem 2 tot 3,5 cm.

Groot streepzaad groeit op vochtige, voedselrijke grond in graslanden, op dijken en in bermen.

De onderkant van de buitenste lintbloemen is geel, in tegenstelling tot paardenbloemstreepzaad, klein streepzaad, gekroesde en gewone melkdistel.

De stengels zijn verspreid behaard en vaak iets rood aangelopen.

De bloemhoofdjes vormen een tuil.

De verspreid behaarde bladeren zijn veerdelig met omlaag gebogen slippen.

De bloemhoofdjes bestaan uitstluitend uit lintbloemen.

Vergelijkbare soorten

groot streepzaad :
onderkant buitenste lintbloemen geel, stijlen geel, omwindselblaadjes afstaand.

klein streepzaad :
onderkant buitenste lintbloemen roodachtig, stijlen vuilgeel, omwindselblaadjes tegen het hoofdje aangedrukt en middelste stengelbladeren met (kleine) oortjes.

paardenbloemstreepzaad :
onderkant buitenste lintbloemen paarsrood aangelopen.