Goed te herkennen aan
kleine, schermachtige trossen dooiergele vlinderbloemen, in de knop meestal rood én
het samengestelde blad, waarvan 1 paar blaadjes aan de basis van de bladsteel zit én
de deelblaadjes met niet goed zichtbare zij-nerven.

Bloeiperiode vanaf mei tot in de herfst.
Zeer tot minder algemeen.
Hoogte 5 tot 25 cm.
Vlag van de bloem 10 tot 16 mm.

Gewone rolklaver groeit op vochtige tot droge, matige voedselrijke grond in lage graslanden.

Gewone rolklaver (Lotus corniculatus) met icarusblauwtje (Polyommatus icarus). De bloemen staan met 3-8 in een schermachtige tros.

Het blad bestaat uit 5 deelblaadjes, waarvan het onderste paar direct aan de basis van de bladsteel staat.

Gewone rolklaver wordt 5 tot 25 cm hoog.

Gewone rolklaver (Lotus corniculatus) met doodshoofdzweefvlieg (Myatropha florea). De knoppen van gewone rolklaver zijn meestal rood aangelopen.

Vergelijkbare soorten

gewone rolklaver :
bloemtrossen van 3-8 dooiergele bloemen, in de knop rood, zij-nerven van het blad slecht zichtbaar.

moerasrolklaver :
bloemtrossen van 4-14 gele bloemen, voor de bloei stervormig uitstaande, gewimperde kelktanden.

smalle rolklaver :
armbloemige bloeiwijze, 1-4(-6) gele bloemen, blad grijsgroen.

veldlathyrus :
samengestelde bladeren eindigend in een vertakte rank, vruchten duidelijk afgeplat.