-
Delen kan via je browser. Dank daarvoor !
Gele ganzenbloem
Glebionis segetum
Goed te herkennen aan
de goudgele bloemhoofdjes die lijken op gewone margriet, met breed vliezig gerande omwindselblaadjes én de vlezige, blauwgroene, onregelmatig getand/gespleten bladeren.

Bloeiperiode vanaf juni tot in de herfst.
Plaatselijk algemeen tot zeer zeldzaam.
Hoogte 30 tot 60 cm.
Doorsnede van de bloem 3,5 tot 6 cm.

Gele ganzenbloem (Glebionis Segetum) met klaprozen, korenbloemen en rogge in de heemtuin in Rucphen.

De omwindselblaadjes zijn breed vliezig gerand.

De onderste bladeren zijn steelachtig versmald. De bovenste bladeren zijn half stengelomvattend.

De bloemhoofdjes bestaan uit gele buis- en straalbloemen.
Vergelijkbare soorten
Binnen de groep composieten met gele buis- en gele straalbloemen zijn
gele kamille en gele ganzenbloem de enige twee met naar verhouding korte brede straalbloemen. Ze zijn daaraan makkelijk te herkennen.
Om gele kamille en gele ganzenbloem uit elkaar te kunnen houden kijk je naar het blad.
Het blad van gele ganzenbloem is kaal, iets vlezig, blauwgroen van kleur, grof getand tot veerspletig.
Het blad van gele kamille is viltig behaard en geveerd met gelobde tot diep ingesneden slippen.
Bewerkte botanische illustratie van
gele ganzenbloem (Glebionis segetum).
Het origineel is van J.W. Palmstruch et al.; Svensk botanik, vol. 7: t. 496 (1812).
Delen kan via je browser. Dank daarvoor !