-
Delen kan via je browser. Dank daarvoor !
Akkermelkdistel
Sonchus arvensis
Goed te herkennen aan
de bloemhoofdjes, die lijken op paardenbloemen én de met gele klierharen bezette omwindselblaadjes.

Bloeiperiode vanaf juni tot de herfst.
Zeer algemeen voorkomend.
Hoogte tot 150 cm.
Doorsnede van het hoofdje 4 tot 5 cm.

Akkermelkdistel met klein koolwitje (Pieris rapae).

De omwindselblaadjes hebben weinig tot veel gele klierharen, zelden zonder deze.

Akkermelkdistel groeit op vochtige, zeer voedselrijke, vaak omgewerkte grond in akkers en op grazige en stenige plaatsen. Ook in de zeeduinen en op aanspoelselgordels.

De bloemen bestaan enkel uit lintbloemen.

Soms zijn de stengels paarsrood aangelopen. Het blad is diep veerspletig met driehoekige lobben, die iets terug wijzen. De rand is ongelijk stekelig getand. De bladvoet heeft twee afgeronde oortjes, die plat tegen de stengel aangedrukt zitten.
Vergelijkbare soorten
gewone melkdistel :
heeft geen klierharen, gedeelde bladeren met grote driehoekige eindlob en ongedeelde bovenste bladeren met spitse, afstaande oortjes.
moerasmelkdistel :
heeft zwarte klierharen en alle bladeren hebben een pijlvormige voet met spitse oortjes.
akkermelkdistel :
heeft gele klierharen en stengelbladeren met ronde, tegen de stengel aangedrukte oortjes.
gekroesde melkdistel :
heeft geen klierharen, stekelige, langwerpige bladeren met ronde, tegen de stengel aangedrukte oortjes.
Bewerkte botanische illustratie van
akkermelkdistel (Sonchus arvensis).
Het origineel is van A. Masclef, Atlas des plantes de France, vol. 2: t. 195 (1890).
Delen kan via je browser. Dank daarvoor !