|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de op aardbeien lijkende schijnvruchten én
- de gele 5-tallige bloemen met brede, getande bijkelkbladen
|
Algemeen
Schijnaardbei is een overblijvende plant van 5 tot 15 cm hoog, oorspronkelijk afkomstig uit Zuidoost-Azië.
Ze groeit op vochtige, voedselrijke beschaduwde plaatsen in plantsoenen, loofbossen, tussen stoeptegels en in tuinen.
Bloem
Ze bloeit vanaf mei tot en met oktober met 5-tallige gele bloemen. Na de bloei groeien de 3- tot 5-tandige bijkelkbladen door en verschijnt er een op een aardbei lijkende rode ronde schijnvrucht.
|
Blad en stengel
Alle bladeren bestaan uit drie ovale deelblaadjes, die aan de onderkant wat zilverachtig behaard zijn op de nerven.
De liggende stengels zijn behaard en wortelen op de knopen.
Vergelijkbare soorten zijn andere leden van het geslacht Potentilla, zoals onder andere zilverschoon, voorjaarsganzerik en vijfvingerkruid. Schijnaardbei onderscheidt zich van de andere potentilla's door de veel grotere, getande bijkelkbladen.
Zie voor de overige verschillen tussen de verschillende ganzerik soorten het schema "Sleutel ganzerik".
Daarnaast worden bosaardbei en schijnaardbei regelmatig met elkaar verward. Toch zijn er duidelijke verschillen. Bosaardbei heeft witte bloemen, hangende vruchten en niet vergrote bijkelkbladen. Verder is bosaardbei heerlijk om te eten, terwijl schijnaardbei droog en smakeloos is.
|
|
Algemeen
- rozenfamilie (Rosaceae)
- overblijvend
- vrij zeldzaam
- 5 tot 15 cm
-
verspreiding
Bloem
- geel
- vanaf mei t/m oktober
- alleenstaand
- stervormig
- 1 tot 1,5 cm
- 5 kroonbladen, niet vergroeid
- 5 behaarde spitse kelkbladen
- 5 getande bijkelkbladen
- ongeveer 20 meeldraden
- meer dan 20 stijlen
Blad
- verspreid
- handvormig samengesteld
- ovale deelblaadjes
- top spits
- rand gezaagd
- handnervig
- onderkant licht behaard op de nerven
Stengel
- liggend
- bloemsteel rechtop
- behaard
- rolrond
|
Bewerkte botanische illustratie van schijnaardbei (Potentilla indica).
|
|