|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
de grote, helmvormig gekromde bloemen, die groeien onderaan bomen, direct uit de grond lijken te komen en (meestal) naar 1 kant staan, als pinguins in een sneeuwstorm
|
Algemeen
Paarse schubwortel of prachtschubwortel is een zeer zeldzaam voorkomende, lage plant, oorspronkelijk afkomstig uit Zuidwest-Europa.
Ze parasiteert op de wortels van loofbomen en struiken, voornamelijk op wilgen en populieren. Omdat ze een parasiet is heeft ze geen bladgroen nodig. Ze haalt alle voedingsstoffen bij haar gastplant, die daar overigens nauwelijks tot geen last van heeft.
|
In Nederland komt ze in het wild niet voor. Ze is met pootgoed van haar gastplanten verspreid in (heem)tuinen, parken en op landgoederen.
De verwachting is dat ze zich zal uitbreiden.
Bloem
Paarse schubwortel bloeit vanaf maart tot en met mei. Kleine polletjes lijken op afstand wat op krokussen, maar dichterbij zie je dat het een lipbloem is met sterk gekromde, helmvormige, paars/lila bovenlip.
De onderlip is vaak donkerder. De langgesteelde bloemen groeien vanuit de wortelstok (= ondergrondse stengel).
De kroon is minstens 2x zo lang als de kelk.
De kelkbladen zijn paars met een roomwitte rand. De schutbladen zijn roomwit.
|
|
Algemeen
- bremraapfamilie (Orobanchaceae)
- overblijvend
- zeer zeldzaam in (heem)tuinen
- 4 tot 8 cm hoog
-
verspreiding
Bloem
- paars
- vanaf maart t/m mei
- tros
- 4 tot 5 cm
- lipbloem
- 5 kroonbladen, vergroeid
- 5 kelkbladen
- 4 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- kruisgewijs tegenoverstaand
- schubvormig
- top stomp
- rand gaaf
- voet (half)stengelomvattend
- parallelnervig
- ondergronds
Stengel
- ondergronds
- vertakt
- geelachtig
|
Bewerkte botanische illustratie van paarse schubwortel (Lathraea clandestina).
|
|