|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de gele lintbloemen, die langer zijn dan de omwindselbladen én
- de gele helmknoppen met bruinpaarse streep én
- het grasachtige blad
|
Algemeen
Oosterse morgenster is een overblijvende plant van 20 tot 90 cm hoog, die groeit op vochtige, voedselrijke grond in hooilanden en op rivierdijken.
Ze is zeldzaam voorkomend in het rivierengebied. Ze wordt ook uitgezaaid, vooral in stedelijke gebieden. Elders komt ze niet voor.
Oosterse morgenster is een kwetsbare soort en staat op de rode lijst als zeldzaam en matig afgenomen.
|
Bloem
Oosterse morgenster bloeit vanaf mei tot en met juli met goud- of oranjegele bloemhoofdjes, die enkel bestaan uit 5-tandige lintbloemen.
Buisbloemen ontbreken. De binnenste lintbloemen zijn wel wat kleiner dan de buitenste. De helmknoppen van Oosterse morgenster zijn geel en hebben een bruinpaarse streep.
Net als de bloemhoofdjes van gele morgenster zijn ook de bloemenhoofdjes van Oosterse morgenster alleen in de ochtend geopend, vroeg in de middags sluiten ze zich weer tot de volgende morgen vroeg.
Vergelijkbare soorten
paarse morgenster
oosterse morgenster
gele morgenster
|
:
:
:
|
bloemhoofdjes met paarse lintbloemen, sterk verbrede stengel onder het bloemhoofdje.
hoofdjes met goud- of oranjegele lintbloemen, die tot dubbel zo lang zijn als de omwindselbladen,
gele helmknoppen met een bruinpaarse streep.
hoofdjes met (licht)gele lintbloemen, die ongeveer even lang of korter zijn dan de omwindselbladen,
gele helmknoppen met een bruinachtig zwarte top.
|
Oosterse morgenster behoort tot de gele composieten met uitsluitend lintbloemen; de groep met grote of kleine paardenbloem-achtige bloemhoofdjes.
In totaal bestaat de groep uit 39 soorten. Ze zijn te verdelen in twee groepen :
- de groep met minimaal 2 volwaardige bladeren aan de bloeistengel; hiertoe behoort oosterse morgenster.
Zie de pagina "Sleutel gele composieten met blad".
- de groep met een kale bloeistengel of met hooguit 1 blad of een aantal schubvormige bladeren.
Zie de pagina "Sleutel gele composieten zonder blad".
|
|
Algemeen
- composietenfamilie (Asteraceae)
- overblijvend
- zeldzaam in het rivierengebied
- op de rode lijst
- 20 tot 90 cm
-
verspreiding
Bloem
- goud- of oranjegeel
- vanaf mei t/m juli
- hoofdje, alleenstaand
- alleen lintbloemen
- 4 tot 5 cm
Blad
- verspreid
- enkelvoudig
- lijn- tot lintvormig
- top spits
- rand gaaf
- parallelnervig
- voet (half) stengelomvattend
Stengel
- rechtop
- rolrond
|
Bewerkte botanische illustratie van oosterse morgenster (Tragopogon pratensis subsp. orientalis).
|
|