|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
de witte, aangenaam zoet geurende, klokvormige bloemetjes in een éénzijdige tros
|
Algemeen
Lelietje-van-dalen is een giftige, overblijvende plant van 15 tot 30 cm hoog. Ze is algemeen voorkomend in de duinen, Zuid-Limburg, Utrecht, Noord-Brabant en de oostelijke provincies. In het rivierengebied, de Flevopolders, het noorden van Friesland en Groningen, in Zuid- en Noord-Holland en in Zeeland is ze zeldaam.
Ze groeit bij voorkeur in lichte loofbossen op matige vochtige, leemachtige grond. Op beschaduwde plaatsen vormt ze wel blad, maar komt niet tot bloei.
|
Ze wordt ook aangeboden als tuinplant, waardoor je haar veel ziet in tuinen en parken. Door de ondergrondse, kruipende wortelstok kan ze zich behoorlijk uitbreiden.
Bloem
Lelietje-van-dalen bloeit vanaf mei tot en met begin juni met witte, hangende, klokvormige, aangenaam zoet geurende bloemetjes, die in een tros staan, allen naar 1 kant gericht.
Blad
Per plant ontwikkelen zich twee tot drie grote, lancetvormige of langwerpige bladeren, tot 10 cm breed.
Toepassingen
De bloemen worden vanwege hun geur gebruikt in de parfum- en cosmetica-industrie.
Daarnaast wordt de plant ook gebruikt in de farmaceutische industrie, omdat ze saponine en verschillende glycosiden bevat, die de hartwerking beïnvloeden. Die stoffen worden verwerkt in medicijnen, die voorgeschreven worden bij hartzwakte en vochtophopingen, die het gevolg zijn van een slechte bloedsomloop.
|
|
Algemeen
- aspergefamilie (Asparagaceae)
- overblijvend
- algemeen tot zeldzaam
- ook als tuinplant
- 15 tot 30 cm hoog
-
verspreiding
Bloem
- wit
- vanaf mei tot en met begin juni
- éénzijdige tros
- klokvormig
- 8 tot 10 mm
- 6 bloemdekbladen, vergroeid
- 6 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- verspreid
- enkelvoudig
- lancetvormig tot langwerpig
- top spits
- rand gaaf
- (half) stengelomvattend
- parallelnervig
Stengel
- rechtop
- kaal
- rolrond
|
Bewerkte botanische illustratie van lelietje-van-dalen (Convallaria majalis).
|
|