|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de paardenbloem-achtige bloemhoofdjes, waarvan
- de onderste omwindselblaadjes uitstaan én
- de ruw behaarde, veerdelige, onderste bladeren
|
Algemeen
Groot streepzaad is een overblijvende plant van 40 tot 120 cm hoog, die groeit op vochtige, voedselrijke grond in graslanden, op dijken en in bermen.
Ze is vrij algemeen in het rivierengebied en in Zuid-Limburg, zeldzaam in Noord-Brabant, Zeeland en de duingebieden, elders zeer zeldzaam.
|
Bloem
Groot streepzaad bloeit vanaf mei tot en met augustus met paardenbloem-achtige bloemhoofdjes, die uitsluitend bestaan uit gele lintbloemen.
De onderkant van de buitenste lintbloemen is geel, in tegenstellig tot paardenbloemstreepzaad, klein streepzaad, gekroesde en gewone melkdistel.
De omwindselblaadjes zijn behaard en hebben gelige of zwarte klierborstels. De onderste omwindselblaadjes staan van het hoofdje af.
Blad en stengel
De stengels zijn verspreid ruw behaard, vaak rood aangelopen en in de bovenste helft vertakt, waardoor de bloemhoofdjes gerangschikt staan in een tuil.
De bladeren zijn zeer variabel van vorm en eveneens ruw behaard vooral aan de onderkant. De onderste bladeren zijn veerdelig met slippen die richting de bladvoet wijzen. De bovenste zijn langwerpig, soms bochtig getand en met pijlvormige voet min of meer stengelomvattend.
Vergelijkbare soorten
groot streepzaad
klein streepzaad
paardenbloemstreepzaad
|
:
:
:
|
onderkant buitenste lintbloemen geel, stijlen geel, omwindselblaadjes afstaand.
onderkant buitenste lintbloemen roodachtig, stijlen vuilgeel, omwindselblaadjes tegen het hoofdje aangedrukt en middelste stengelbladeren met (kleine) oortjes.
onderkant buitenste lintbloemen paarsrood aangelopen.
|
Groot streepzaad behoort tot de gele composieten met uitsluitend lintbloemen; de groep met grote of kleine paardenbloem-achtige bloemhoofdjes.
In totaal bestaat de groep uit 39 soorten. Ze zijn te verdelen in twee groepen :
- de groep met minimaal 2 volwaardige bladeren aan de bloeistengel; hiertoe behoort groot streepzaad.
Zie de pagina "Sleutel gele composieten met blad".
- de groep met een kale bloeistengel of met hooguit 1 blad of een aantal schubvormige bladeren.
Zie de pagina "Sleutel gele composieten zonder blad".
|
|
Algemeen
- composietenfamilie (Asteraceae)
- overblijvend
- vrij algemeen tot zeer zeldzaam
- 40 tot 120 cm
-
verspreiding
Bloem
- geel
- vanaf mei t/m augustus
- hoofdjes in een tuil
- alleen lintbloemen
- 2 tot 3,5 cm
- stijlen geel
Blad
- verspreid en rozet
- enkelvoudig
- langwerpig tot veervormig
- top spits
- rand gaaf
- voet (half)stengelomvattend of
gevleugeld
- veernervig
- verspreid ruw behaard
Stengel
- rechtop
- verspreid ruw behaard
- gegroefd
- vaak rood aangelopen
|
Bewerkte botanische illustratie van groot streepzaad (Crepis biennis).
|
|