|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de witte bloemenschermen met kleine bloemetjes,
- die allemaal 2 kleinere en 3 grotere kroonbladen hebben én
- de gewimperde omwindselblaadjes én
- de op de ribben behaarde en aan de rand gewimperde bladscheden
|
Algemeen
Fluitenkruid is een overblijvende zeer algemeen voorkomende plant, die bloeit in mei en juni met witte bloemschermen.
De plant wordt 0,6 tot 1,5 meter hoog en groeit op zonnig tot licht beschaduwde, vochtige, voedselrijke plaatsen in graslanden en loofbossen, en vooral in bermen en op dijken.
|
Bloem
Fluitenkruid is de meest algemeen voorkomende van de witte schermbloemigen en bloeit als eerste.
Alle bloemetjes hebben 3 grotere en 2 kleinere kroonbladen, ook die in het midden van het scherm. Bij de randbloemen is het verschil tussen de kroonbladen het grootst en makkelijkst te zien.
Bijzonderheden
Fluitenkruid dankt haar naam aan het feit dat er van de holle stengel tegen het einde van de bloeitijd een fluitje gemaakt kan worden.
Er zijn vele witte schermbloemigen die lijken op fluitenkruid. Sommigen daarvan zijn giftig. Doe dit dus alleen als je helemaal zeker weet dat het fluitenkruid is.
Vergelijkbare soorten met witte bloemschermen
Er zijn veel planten met witte bloemschermen. Zie voor vergelijking en herkenning van de (zeer) algemeen voorkomende soorten, die groeien in graslanden, akkers, bermen, langs heggen en bosranden de pagina "Sleutel algemene witte schermbloemigen".
|
Fluitenkruid kan verward worden met het zeer zeldzame gouden ribzaad.
gouden ribzaad
fluitenkruid
|
:
:
|
in 2-en gespleten, naar boven omgeslagen kroonbladen, stengel paars gevlekt, afstaand behaard met lange en korte haren, met merg gevuld.
kroonbladen vlak of iets omhoog staand, niet gespleten, niet omgeslagen, stengel ongevlekt, egaal kort behaard en hol.
|
|
|
Algemeen
- schermbloemenfamilie (Apiaceae)
- overblijvend
- zeer algemeen voorkomend
- 60 tot 150 cm
-
verspreiding
Bloem
- wit
- mei en juni
- meervoudig scherm
- stervormig
- 3 tot 4 mm
- 5 kroonbladen, niet vergroeid
- 5 kelkbladen
- 5 meeldraden
- 2 stijlen
Blad
- verspreid
- samengesteld
- oneven 2- of 3-voudig geveerd
- top spits
- rand gezaagd
- voet (half) stengelomvattend
- veernervig
- onderkant zacht behaard
Stengel
- rechtop
- bovenaan kaal
- onderaan op de ribben behaard
- geribd
|
Bewerkte botanische illustratie van fluitenkruid (Anthriscus sylvestris).
|
|