|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- paardenbloem-achtige bloemhoofdjes waarvan
- de onderste omwindselblaadjes boogvormig uitstaan of teruggekromd zijn én
- de ruwe, borstelige beharing van de hele plant
|
Algemeen
Echt bitterkruid is een 2-jarige, soms overblijvende, ruw behaarde plant. Ze wordt 30 tot 90 cm hoog en groeit op min of meer droge, vaak omgewerkte grazige grond in bermen, op dijken en stenige plaatsen. Ze is algemeen voorkomend in de duingebieden van Zeeland, Zuid- en Noord-Holland, vrij algemeen in het rivierengebied en aangrenzende gebieden, zeldzaam in Zuid-Limburg, elders zeer zeldzaam.
|
Bloem
Echt bitterkruid bloeit vanaf juli tot en met september met paardenbloem-achtige bloemhoofdjes.
De hoofdjes staan schermvormig gerangschikt. Het omwindsel bestaat uit 2 rijen blaadjes. De binnenste zijn allemaal even lang en hebben een donkere, stijf behaarde middenstreep. De buitenste (onderste) omwindselblaadjes zijn kleiner, ongelijk van lengte en afstaand of teruggeslagen, soms ook met een donker, stijf behaarde middenstreep.
Blad en stengel
De bladeren zijn langwerpig tot lancetvormig, de onderste versmald in een korte steel, de middelste zittend en de bovenste halfstengelomvattend.
Het 1ste jaar staan de bladeren in een rozet. In het 2de of een later jaar komt daar de bloeistengel uit. De stengel is voornamelijk in de bovenste helft schuin afstaand vertakt en heeft wit melksap.
Zowel bladeren (boven- én onderkant) als stengel zijn ruw borstelig behaard.
Vergelijkbare soorten
Echt bitterkruid kan verward worden met een melkdistel of een havikskruid. Al snel zie en voel je dat echt bitterkruid borstelig behaard is en dat zijn de twee andere soorten niet.
Daarnaast lijkt dubbelkelk ook op echt bitterkruid. De overeenkomst tussen beide is onder andere de beharing en het soort bloemhoofdje. Het verschil waarmee ze te onderscheiden zijn is het omwindsel. Dubbelkelk heeft maar 5 onderste omwindselbladen, die ook nog eens breed, bladachtig zijn. Echt bitterkruid heeft meer dan 5 onderste omwindelselbladen en die zijn smal, net zo smal als de bovenste.
Op de pagina "Sleutel gele composieten met uitsluitend lintbloemen en minimaal 2 volwaardige bladeren" vind je een schema waarmee je vergelijkbare composieten met genoemde kenmerken van elkaar kunt onderscheiden.
Bijzonderheden
Op echt bitterkruid kan bitterkruidbremraap parasiteren. Bitterkruidbremraap heeft geen bladgroen, maar kan overleven door voedingsstoffen te onttrekken uit echt bitterkruid.
|
|
Algemeen
- composietenfamilie (Asteraceae)
- 2-jarig, soms overblijvend
- algemeen tot zeer zeldzaam
- 30 tot 90 cm hoog
-
verspreiding
Bloem
- geel
- vanaf juli t/m september
- hoofdje
- 2 tot 3,5 cm
- alleen lintbloemen
Blad
- verspreid en rozet
- enkelvoudig
- lancetvormig
- top spits
- rand getand, gegolfd
- voet (half)stengelomvattend
- veernervig
- afstaand stijf, borstelig behaard
Stengel
- rechtop
- afstaand stijf, borstelig behaard
- geribd
|
Bewerkte botanische illustratie van echt bitterkruid (Picris hieracioides).
|
|