|
Herkenbaar aan deze unieke combinatie van kenmerken
- de kleine, witte, 4-tallige bloemetjes in een tros én
- de langgesteelde enkelvoudige, vlezige rozetbladeren én
- de (meestal) kortgesteelde, vlezige stengelbladeren én
- haar zoutminnende eigenschap
|
Algemeen
Deens lepelblad is een eenjarig plantje van 5 tot 25 cm hoog, dat groeit op open, droge tot vrij vochtige, voedselrijke, zilte grond in de duinen, op groene stranden, op dijken in het kustgebied en langs wegen waarop 's winters gestrooid wordt.
Ze is vrij algemeen in de duingebieden en het maritieme gebied en zeer algemeen langs bepekelde wegen.
|
Bloem
Deens lepelblad bloeit vanaf april tot en met juni met kleine witte bloemetjes, die in een trosje aan het einde van de stengel en zijstengels staan. De kelkbladen zijn roodbruin aangelopen.
De rest van de plant is donkergroen of sterk roodbruin aangelopen. Hoe droger de standplaats hoe sterker de roodbruine verkleuring.
Vergelijkbare soorten lepelblad
Deens lepelblad
Engels lepelblad
echt lepelblad
|
:
:
:
|
kortgesteelde stengelbladeren.
enkelvoudige rozetbladeren met wigvormige voet, stengelomvattende stengelbladeren.
enkelvoudige rozetbladeren met hartvormige voet, stengelomvattende stengelbladeren.
|
|
|
Algemeen
- kruisbloemenfamilie (Brassicaceae)
- eenjarig
- vrij tot zeer algemeen
- 5 tot 25 cm
-
verspreiding
Bloem
- wit
- vanaf april t/m juni
- tros
- stervormig
- 4 tot 5 mm
- 4 kroonbladen, niet vergroeid
- 4 kelkbladen
- 6 meeldraden
- 1 stijl
Blad
- verspreid en rozet
- enkelvoudig
- rozetbladeren :
- langgesteeld
- top stomp
- rond tot driehoekig
- voet hartvormig
- bovenste bladeren :
- kortgesteeld
- top spits
- 3- tot 5-lobbig
- voet aflopend
- veernervig
- vlezig
Stengel
- rechtop of opstijgend
- glad en kaal
- groen tot rood aangelopen
- meerkantig
|
Bewerkte botanische illustratie van Deens lepelblad (Cochlearia danica).
|
|